Het voltooid deelwoord
Duid het juiste voltooid deelwoord aan.
- Hij is verhuist/verhuisd.
- Hij heeft gekauwt/gekauwd.
- Hij heeft gefuift/gefuifd.
- Hij is bekent/bekend.
Hoe weet je of het voltooid deelwoord met een ‘t’ of met een ‘d’ wordt geschreven? Welke regel heb je hiervoor gebruikt?
Je kan het werkwoord verlengen. Bijvoorbeeld: Hij heeft gestreefd. -> streefde dus gestreefd met een -d.
Een betrouwbaar hulpmiddel is 't kofschip.
Voorbeeld:
-> zie afbeelding
- Hij is verhuist/verhuisd.
- Hij heeft gekauwt/gekauwd.
- Hij heeft gefuift/gefuifd.
- Hij is bekent/bekend.
Hoe weet je of het voltooid deelwoord met een ‘t’ of met een ‘d’ wordt geschreven? Welke regel heb je hiervoor gebruikt?
Je kan het werkwoord verlengen. Bijvoorbeeld: Hij heeft gestreefd. -> streefde dus gestreefd met een -d.
Een betrouwbaar hulpmiddel is 't kofschip.
- Als de stam van het woord eindigt op de medeklinkers van 't kofschip, dan gebruik je een -t !
- Als de stam NIET eindigt op de medeklinkers van 't kofschip, dan gebruik je een -d !
Voorbeeld:
-> zie afbeelding